Tafeltennis batje – een hand vol slagkracht

Tafeltennisser

Voor velen staat de kleine celluloid bal centraal bij pingpong maar zonder een racket ofwel batje blijft die bal roerloos stilliggen. Het tafeltennis batje is wat de puck is bij hockey en het racket bij tennis. Eigenlijk lijkt het pingpongbatje wel een beetje op een tennisracket want beide hebben een blad en een handvat. Er zijn echter ook verschillen. In dit artikel volgt een korte presentatie van het tafeltennis batje en leer je ook het belang van de rubberen bekleding van het batje.

De drie componenten van een tafeltennis batje

Een tafeltennis batje bestaat uit drie herkenbare onderdelen. Allereerst het blad, een vaak houten slagblad waarmee je het balletje in het spel houdt. Er zijn ook bladen die carbonvezels bevatten. Zo krijg je meer stijfheid in het blad en snelheid uit het blad. Vaak zijn er ook een aantal houtlagen op elkaar gelegd; allemaal om iets gunstigs te kunnen doen met controle, snelheid en spin. Naast het blad krijgt ook de rubberlaag veel aandacht. Het batje is bekleed met een laagje rubber. Hier ketst het balletje tegenaan. Door te variëren met rubberdikte en -hardheid, krijg je verschillende speeltechnieken. Sommige spelers willen graag met glad rubber werken, andere verkiezen rubber met noppen. En als derde onderdeel is er het handvat dat ook niet standaard is. 

Tafeltennissers

Officiële regelgeving voor het tafeltennis batje

Voor een gewoon potje pingpong voldoet bijna elke bat wel. Ga je wedstrijden spelen, dan gelden er ineens wel specifieke regels. Het blad van het batje moet dan vierkant zijn en niet groter dan 17 cm breed en 17,5 cm lang. Aan het batje zit een symmetrisch handvat, dus gelijk aan de lengteas van het blad. Het gehele batje, dus met het rubber, mag niet meer wegen dan 170 gram. En het rubber zelf mag niet meer dan 4 mm dik zijn. Die regels zijn er omdat je anders spelers tegenover elkaar kunt krijgen met meer of minder effectieve bats. 

Niet alle rubber is gelijk

Het is wel een publiek geheim dat spelers vooral met rubber proberen de bat te perfectioneren; of eigenlijk: zoveel mogelijk met hun speelwijze te laten overeenkomen. Als wedstrijdspeler heb je de keuze tussen twee soorten rubber:

• Glad rubber

• Noppenrubber

Bij het gladde rubber van een tafeltennis batje is er dan nog de keuze uit omkeerbaar rubber (favoriet bij allround spelers) en anti-spin rubber. Dat laatste rubber heeft de voorkeur bij verdedigende spelers want het vermindert het effect van de spin van de tegenstander. Bij het noppenrubber kun je gaan voor korte noppen (snellere ballen) of lange noppen (verhoogde controle). Het mag duidelijk zijn dat aanvallende spelers korte noppen willen en echte verdedigers liever met lange noppen gaan slaan.

Nieuwe ontwikkelingen bij het batje

Zoals bij elke sport is ook het tafeltennis batje alsmaar aan het innoveren. Een veelbelovende ontwikkeling is die van de carbonvezeltechnologie. Door dit type vezels te gebruiken, vergroot je de stijfheid van het blad. En dat betekent dat je aan snelheid wint en aan kracht. Tegenwoordig kun je bij bepaalde batjes ook de rubberlagen verwisselen. Zo kun je snel je batje aanpassen aan speelstijlen. Ook de elektronica heeft het batje gevonden. Er zijn batjes op de markt met sensoren. Die maken gegevens aan over slagen, snelheid en spin. Die gegevens kunnen spelers later gaan analyseren om zo hun tafeltennistafel spel te verbeteren.